Start werkzaamheden Dwarsdiep

Begin 2021 starten de werkzaamheden aan het natuur- en waterbergingsgebied Dwarsdiep. Ook zijn hiervoor verschillende onderzoeken nodig. We nemen u graag mee in een update.

In de periode 2015-2017 is samen met bewoners het voortraject van de planvorming in het natuur en waterbergingsgebied Dwarsdiep doorlopen. Onder andere door schetssessies, gebiedsbijeenkomsten en keukentafelgesprekken. Dit heeft geleid tot een inrichtingsplan die nader uitgewerkt moet worden. Twee van de drie natuur- en waterbergingsgebieden, Polder de Dijken-Bakkerom en De Drie Polders, zijn nu grotendeels klaar. Dat betekent dat we in 2021 van start gaan met het derde deelgebied: het Dwarsdiep.

Foto: Dwarsdiep, onder Lucaswolde.

Vaststellen benodigde onderzoeken

We inventariseren welke onderzoeken nodig zijn om tot een ontwerp en uiteindelijk tot een uitgewerkt inrichtingsplan te komen. Onderaan dit nieuwsbericht vindt u meer informatie hierover. Denk onder andere aan hoe sloten, watergangen en het Dwarsdiep eruit komt te zien. Maar we onderzoeken ook hoe stabiel de bodem is als we grond aanbrengen voor de kades. En hoeveel grond daarvoor nodig is. Ook hebben we te maken met veranderende omstandigheden. Zo zijn er nieuwe duikers (kunstmatige waterdoorgangen) gelegd onder de A7 door. Het waterschap werkt aan plannen voor het afbouwen van de rioolwaterzuivering bij Marum. Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid (afval)water in het Dwarsdiep. En zo zijn er nog een tal van voorbeelden waar onderzoek naar gedaan wordt. Op dit moment inventariseren we onder meer welke vragen er in het waterhuishoudkundige onderzoek beantwoord moeten worden. Deze maand starten de onderzoeken. Zodra de onderzoeksresultaten bekend zijn, worden de resultaten met een vervolgplanning gecommuniceerd. Het streven is om in 2022 met de uitvoering te starten.

Wilt u meer weten over de onderzoeken? Onderaan dit nieuwsbericht geven we een toelichting.

Uitgangspunt en fasering

Het uitgangspunt voor het hele Dwarsdiepgebied  is een samenhangende inrichting voor natuur en waterberging. Met een kenmerkende landschappelijke kwaliteit en passende recreatiemogelijkheden voor het ZWK. De planvorming voor het Dwarsdiep bestaat uit twee fases. De onderzoeken en het ontwerp richten zich in de eerste fase voornamelijk op de natte natuurkern/waterberging van het Dwarsdiep (zie kaart hieronder). Dit deel van het gebied moet als eerste gereed zijn om te functioneren als nat natuurgebied en waterberging. In de tweede fase maken we ontwerpen voor de flanken van het gebied (de hogere delen die wel een natuurfunctie, maar geen waterbergingsfunctie krijgen). Aan de hand van het waterhuishoudkundige onderzoek bekijken we welke delen van de flanken we mogelijk in de eerste fase meenemen. Dit is van belang voor de waterhuishouding na het inrichten van de waterberging.

Kaart: eerste fase natte natuurkern/waterberging van het Dwarsdiep.

Overige onderzoeken

Naast het waterhuishoudkundige onderzoek worden er ook andere onderzoeken uitgevoerd. We proberen zo veel mogelijk onderzoeken aan elkaar te koppelen en in een korte periode uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan sonderingen, archeologisch onderzoek (oude vondsten), milieukundig onderzoek (onderzoek naar dammen en puinpaden), grondwatermonitoring en onderzoek naar niet gesprongen explosieven. De uitkomsten van deze onderzoeken gebruiken we om de maatregelen uit te werken naar een voorlopig ontwerp en later in een bestek (beschrijving van het uit te voeren werk).

Nog niet alle gronden zijn duurzaam beschikbaar voor de natuur- en waterdoelen. Dit zijn gronden die niet in het bezit zijn van het waterschap, gemeente of Staatsbosbeheer. Mocht het nodig zijn om privé-eigendom te onderzoeken, wordt vooraf door een medewerker van Prolander contact opgenomen met de grondeigenaar of grondbeheerder voor toestemming. Zonder deze toestemming wordt het privé-eigendom niet onderzocht. Tijdens de onderzoeken in het veld wordt overlast en schade zo veel mogelijk voorkomen.

Foto: uitkijktoren bij Dwarsdiep – Lucaswolde.

Baggerwerkzaamheden

Het waterschap Noorderzijlvest beheert zo’n 330 kilometer aan kanalen die water vanuit de polders afvoeren naar de Waddenzee of Eems Dollard. Het is belangrijk dat deze kanalen diep genoeg blijven. Daarom wordt er regelmatig gebaggerd. In 2021 staan het Dwarsdiep, het Wolddiep en de Matsloot op de planning. In totaal heeft dit een lengte van circa 16 kilometer. Daarnaast worden er ook zijwatergangen in en rondom het Dwarsdiep gebaggerd. Zo zorgen we voor voldoende diepte en ruimte voor aanvoer van water in droge tijden en afvoer van water in natte tijden (doorstroomprofiel). Door bagger in te laten drogen ontstaat weer bruikbare grond. De ingedroogde grond kunnen we later gebruiken voor bijvoorbeeld het maken van kades, het aanpassen van het Dwarsdiep en om sloten minder diep te maken vanuit het natuuroogpunt. Er wordt onderzocht welke locaties geschikt zijn om de bagger in te laten drogen én of de grond geschikt is voor hergebruik. Het voordeel van hergebruik is dat we niet onnodige nieuwe schaarse grondstoffen aanboren. Zo vermijden we nieuwe afvalstoffen, beperken we transportkilometers, CO2-uitstoot, fijnstof en overlast voor de omgeving. Dit sluit aan bij de duurzaamheidsambities van de samenwerkingspartners.

Meer informatie

Voor meer informatie over de werkzaamheden kunt u ook de volgende websites bezoeken: www.noorderzijlvest.nl of onze eigen website. Daarnaast houden wij u op de hoogte via de maandelijkse nieuwsbrief.

Helaas kunnen we door de coronamaatregelen geen gebiedsavonden organiseren om u te informeren én om met u in gesprek te gaan over de werkzaamheden. Toch is het belangrijk om u mee te nemen in deze ontwikkelingen. Het is immers uw woon-, werk- en leefgebied waar we werkzaamheden uitvoeren. Zodra de resultaten van de onderzoeken bekend zijn (na de zomer 2021) delen we deze met u. Tegen die tijd bekijken we hoe we met u in gesprek kunnen gaan. Mocht u eerder vragen hebben dan kunt u contact opnemen met ErnstJan Cornelius: 06-52401179 of:  e.cornelius@prolander.nl

Toelichting onderzoeken

  • Hydrologisch onderzoek (waterhuishoudkundig onderzoek)
  • Grondwatermonitoring (peilbuizen)
  • Geotechnisch onderzoek
  • Landmeten
  • Archeologisch onderzoek
  • Milieukundig onderzoek
  • Ecologie
  • Onderzoek naar niet gesprongen explosieven

Hydrologisch onderzoek (waterhuishoudkundig onderzoek)

Binnen het Dwarsdiepgebied, maar ook in zones daarbuiten, wordt hydrologisch onderzoek uitgevoerd. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in de waterhuishouding. Deze inzichten gebruiken we in een ontwerp en uiteindelijk in een uitgewerkt inrichtingsplan. Denk onder andere aan welk waterpeil nodig is voor het realiseren van de natuur- en waterdoelen, maar ook hoe sloten, watergangen en het Dwarsdiep (de beek) eruit komt te zien. Maar ook waar kunstwerken (onder andere stuwen en gemalen) nodig zijn om het waterpeil binnen en buiten het gebied te regelen.

Inhoud onderzoek:

  • Hoe de waterhuishouding binnen en buiten het gebied eruit gaat zien.
  • Het watersysteem met kunstwerken, huidig en toekomstig ontwerp doorrekenen.
  • Het toetsen van de kadehoogten en locaties van kades.
  • Het berekenen voor alle functies. Wordt de grond nat genoeg voor de natuur en blijft de grond droog genoeg voor de landbouw? Er wordt gekeken hoe eventuele uitstralingseffecten weggenomen kunnen worden. Dit kan door maatregelen binnen het Natuurnetwerk Nederland en waterberging. Maar ook door compenserende maatregelen buiten het Natuurnetwerk Nederland en waterberging.

Grondwatermonitoring (peilbuizen)

Langs het Wilgepad, Roordaweg, Idsinghsweg zijn in 2019 een aantal peilbuizen geplaatst. Peilbuizen geven inzicht in de grondwaterstand. Deze peilbuizen worden geplaats in overleg met omwonenden. De uitkomst van deze metingen worden binnenkort zichtbaar in een viewer voor alle geïnteresseerden. Aan de hand van de uitkomsten van het hydrologisch onderzoek wordt een aanvullend monitoringsplan opgesteld. Waar nodig worden er op andere plaatsen ook peilbuizen geplaatst, zowel binnen als buiten het Natuurnetwerk Nederland (NNN). In het najaar wordt de nul-situatie (huidige situatie) van de nieuwe peilbuizen vastgelegd. In de toekomst kunnen we na de inrichting van het gebied de situatie monitoren. We kunnen dan zien of de gewenste grondwaterstand behaald wordt en of er uitstralingseffecten zijn op plaatsen waar deze niet wenselijk zijn.

Afbeelding: peilbuis.

Geotechnisch onderzoek

Er wordt geotechnisch onderzoek verricht om inzicht te krijgen in de opbouw van de bodem. Door het uitvoeren van geotechnisch onderzoek wordt gekeken of de bodem uit zand, veen of klei bestaat. Ook kijken wij hoe sterk en stabiel de bodem in het gebied is (de draagkracht). De uitkomsten van dit onderzoek zijn van belang voor het ontwerpen van de kaden en nieuwe kunstwerken, zoals gemalen en stuwen. Als de bodem minder sterk of stabiel is (een slappe bodem), kan een kade zakken (zetten) en dienen de kunstwerken voorzien te worden van een sterkere fundering.

Tijdens het geotechnisch onderzoek wordt de bodem in kaart gebracht tot een diepte van circa 15 meter. Dit wordt gedaan door het plaatsen van sonderingen en het uitvoeren van boringen. Ook worden er monsters van de grond verzameld. Deze worden vervolgens in het laboratorium onderzocht. Sonderingen vinden veelal plaats met een vrachtwagen.

Afbeelding links: vrachtwagen (een sondeermachine). Afbeelding rechts: het uitvoeren van grondboringen.

Milieukundig onderzoek

Om inzicht te krijgen in bodemverontreinigingen in het gebied wordt milieukundig onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat uit twee onderdelen. Eerst wordt vooronderzoek gedaan. Hierbij wordt op basis van bestaande informatie gekeken of er aanwijzingen zijn voor bodemvervuiling. Tijdens het vooronderzoek kijkt een milieudeskundige in het veld of er sprake is van een bodemverontreiniging. Hierbij kijkt hij goed in het gebied rond en plaatst hij zo nu en dan een boring in de grond. De uitkomsten leggen wij vast in een onderzoeksrapport (het vooronderzoek).

Met het vooronderzoek wordt vastgesteld op welke plekken bodemonderzoek gedaan moet worden (veldonderzoek). Er wordt dan nader onderzoek verricht op verdachte plekken en op plekken waar werkzaamheden uitgevoerd worden. U kunt daarbij denken aan de volgende situaties:

  • Plaatsen waar verhardingen liggen (bijvoorbeeld puinpaden)
  • Puin- en gronddammen
  • Wegbermen
  • Bouwterreinen van de kunstwerken en gemalen

Het bodemonderzoek wordt gedaan door één of meerdere veldploegen van twee personen.  De bodem wordt onderzocht door het plaatsen van handboringen, het plaatsen van peilbuizen en het verzamelen van grond- en grondwatermonsters. Bij wegen worden er boringen in de weg gezet. Dit geeft inzicht in het hergebruik van materialen. De uitkomsten bepalen of en op welke wijze maatregelen uitgevoerd kunnen worden.

De onderzoeken vinden plaats:

  • Op plaatsen waar gronden worden ontgraven
  • En of verhardingen worden verwijderd
  • Er wordt onderzoek gedaan naar aanwezige dammen
  • Er wordt onderzoek naar de opbouw van de wegen

Land meten

Het Dwarsdiepgebied is in 2018 vanuit de lucht ingemeten. Op basis van deze informatie wordt een kaart van het gebied gemaakt. Met deze kaart valt precies vast te stellen hoe hoog het maaiveld ligt. Deze informatie wordt gebruikt voor het ontwerpen van de inrichtingsmaatregelen. In 2021 wordt in het gebied aanvullende landmetingen verrichten vanaf de grond. Hierbij wordt informatie verzameld die vanuit de lucht niet verzameld kon worden. Denk hierbij aan het inmeten van sloten en hoofdwatergangen. Daarnaast worden detailmetingen verrichten rond bestaande wegen, bruggen en stuwen. Het werk wordt gedaan door één of meerdere landmeetploegen van twee personen.

Foto links: vliegtuig voor de landmeting vanuit de lucht. Foto rechts: persoon meet met GPS de hoogte in.

Archeologie en cultuurhistorie

Er wordt archeologisch en cultuurhistorisch vooronderzoek uitgevoerd. De uitkomsten geven aan waar archeologische en cultuurhistorische waarden kunnen worden verwacht. Deze gebieden proberen we uiteraard zoveel mogelijk te ontzien bij de werkzaamheden. Mochten hier werkzaamheden nodig zijn, is aanvullend onderzoek nodig. Bijvoorbeeld het onderzoek naar “oude” woningen. Aanvullend onderzoek wordt gedaan onder begeleiding van archeologen. Het aanvullende onderzoek vindt plaats door middel van grondboringen, eventuele ontgravingen en kleine ploegen van circa twee personen. De uitkomsten bepalen of en op welke wijze de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden.

Afbeelding: archeologen voeren veldonderzoek uit.

Ecologie (flora en fauna)

Er wordt een ecologisch vooronderzoek uitgevoerd. Op basis van het vooronderzoek zal aanvullend onderzoek nodig zijn. Vervolgens wordt nader onderzoek gedaan naar bijzondere planten en diersoorten. Afhankelijk van de soorten wordt in het voorjaar, zomer of in het najaar onderzoek gedaan. Denk bijvoorbeeld aan soorten zoals vleermuizen, bijzondere vogels en vissen (grote modderkruiper).

De uitkomsten bepalen of en op welke wijze de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Het doel is uiteraard dat de werkzaamheden zo min mogelijk effect hebben of de flora en fauna. Mocht er negatieve effecten optreden, wordt er een ontheffing aangevraagd. Tijdens de uitvoering wordt onder begeleiding van ecologen en en een ecologisch werkprotocol gewerkt. In Polder de Dijken-Bakkerom kwamen we onderstaande beschermde diersoorten tegen (zie bord) zoals de grote modderkruiper, waterspitsmuis, heidekikker, poelkikker, steenmarter en de grootoor vleermuis.

Onderzoek naar niet gesprongen explosieven

In de Tweede Wereldoorlog zijn mogelijk explosieven niet tot ontploffing gekomen. Om dit in beeld te krijgen wordt een historisch bureau onderzoek uitgevoerd. We verwachten geen explosieven aan te treffen. Het doel is om gevaarlijke situaties te voorkomen.

Kaart: vliegroutes uit Tweede Wereldoorlog. Deze gaan ook over Noord Nederland, wat kan leiden tot niet gesprongen explosieven.