“Ik geloof in landschapszorg”

Al sinds 1989 hebben Arjen Boer en zijn vrouw Margriet Knol een biologische veehouderij. Tot 2005 in Nietap in het noorden van Drenthe en daarna in Enumatil in het Zuidelijk Westerkwartier. Sinds 2019 zit ook hun zoon Liekel in de maatschap. Voor Arjen is de veehouderij een manier om recht te doen aan het landschap. Hoe combineert hij zijn bedrijf met zorg voor het landschap?

Biologisch bedrijf

Er zijn verschillende soorten boerenbedrijven, waaronder biologische. Arjen vat samen wat dat betekent. “We gebruiken geen kunstmest, geen bestrijdingsmiddelen en moeten ons houden aan strengere eisen voor dierenwelzijn.” Er worden ongeveer 100 blaarkoppen gemolken, die van het voorjaar tot in de herfst lekker lang naar buiten mogen. De blaarkop is een bijzonder runderras, dat geschikt is voor melk en vlees.

Een vruchtbare bodem

Arjen is ervan overtuigd dat biologische koeien gezonder zijn en ook betere melk leveren. Dat heeft alles te maken met de bodem, legt hij uit. “Er moet zoveel mogelijk leven in de bodem zitten: insecten, wormen, bacteriën, schimmels, noem maar op. Dat draagt bij aan een natuurlijke plantengroei, waardoor het gras meer structuur en mineralen heeft.”

Lange termijn

Arjen en zijn vrouw hebben altijd kunnen leven van de biologische veehouderij. “Ik dacht altijd dat biologisch boeren een toekomstbestendige vorm van landbouw was. Tot nu toe klopt dat ook. Er is vraag naar producten met een verhaal. Dat kan het biologische verhaal zijn, maar er zijn ook andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld het kalfje bij de koe houden of On the way to PlanetProof.”

Arjen Boer met zijn hond tussen de blaarkoppen

Goedkoop huren en strooiselmest

Bij de veehouderij hoort veel land, maar liefst 140 hectare. De kleinste helft wordt gehuurd van Stichting het Drentse Landschap in Foxwolde en van Staatsbosbeheer. Deze organisaties verhuren natuurgrond die je voor landbouw kunt gebruiken. “De jaarlijkse kosten bij pachten zijn een stuk lager dan bij kopen. Het is wel zo dat het gras van de natuurgrond minder eiwitten bevat, maar dat is voor onze doelen geen probleem. Het deel van het gras dat niet geschikt is als veevoer strooien we uit in potstallen, waar de gier en mest van het vee mengt met het strooisel. Zo komen we aan organische mest, die we ’s zomers weer uitstrooien over het land.”

Experimenteren in De Drie Polders

De maatschap Boer-Knol-Boer pacht sinds 2023 ook ongeveer 12 hectare grond van Staatsbosbeheer in De Drie Polders. Prolander richt dit gebied in voor waterberging en natuurontwikkeling. “Het waterpeil wordt er de komende jaren langzaam verhoogd, dus moet nog blijken welke gevolgen dat heeft voor de bewerkbaarheid. Dit jaar gaan we er op een klein deel voorweiden. We laten dan al in mei jongvee grazen om te zien of dat weidevogels aantrekt en een positief effect heeft op de groei van kruiden. Ook geven we met andere pachters opdracht aan een ecoloog om in kaart te brengen op welke delen je veilig kunt maaien zonder de broedvogels te storen.”

Optimaal waterpeil

Dichterbij huis merkt Arjen de gevolgen van het nieuwe gemaal en de aanpassingen aan sloten. “Het nieuwe gemaal heeft een grotere capaciteit en dat merken we goed na een paar regendagen. In de sloten is het waterpeil in de winter best laag, maar in de zomer en herfst moet dit vooral niet hoger worden. Dat geeft wateroverlast op ons laagste land en kost geld. Ik denk dat het beter is om in die periode meer rekening te houden met neerslagoverschotten en -tekorten. Als het bijvoorbeeld veel regent, kan het peil lager zonder dat het veen inklinkt en oxideert.”

Uitbreiding en natuurvriendelijke oever

Een aantal jaar geleden kregen Arjen en zijn compagnons een kans om hun bedrijf uit te breiden. “De eigenaren van de naastgelegen percelen verkochten hun land aan Prolander. Later vroeg Prolander ons of wij die grond wilden kopen. Dat hebben we gedaan, want schaalvergroting is belangrijk om te kunnen blijven concurreren.” Ook werd in overleg met Prolander een natuurvriendelijke oever aangelegd aan de zuidkant: een schuin afgegraven slootkant die verschillende natuurgebieden met elkaar verbindt. “Die natuurvriendelijke oever is een win-winsituatie. Planten en vooral dieren kunnen zich beter verplaatsen tussen de gebieden. En wij kunnen met onze machines makkelijker over de bredere dammen van het ene naar het andere perceel rijden.”

Het gemoed van voorbijgangers

Aan het eind van de natuurvriendelijke oever loopt een fietspad, waar veel recreanten passeren. “Ik geloof in landschapszorg”, zegt Arjen. “Je hebt als boer invloed op hoe de omgeving eruitziet. Zowel langs de natuurvriendelijke oever en als in ons biologisch beheerde grasland komen veel bloemetjes en kruiden voor. Samen met de blaarkoppen levert dat een prachtig landschap op. Dat doet wat met het gemoed van de voorbijgangers. Bovendien versterkt dit het draagvlak voor wat wij hier doen.”