De bergingsgebieden worden alleen ingezet bij extreme situaties, waarbij het verschil in wateraanvoer (door neerslag en toestroming) en waterafvoer (door wegstroming en bemaling en spuien) tijdelijk opgeslagen wordt. Zodra de aanvoer afneemt wordt het opgeslagen water geleidelijk afgevoerd. De waterstanden zakken dan ook. De maximale waterstanden in de bergingen duren waarschijnlijk hoogstens een week. De frequentie van onderwater zetten varieert van 1 keer in de 10 jaar (Dwarsdiep) tot 1 keer in de 25 jaar in de andere waterbergingen die liggen in de gebieden van het natuurnetwerk.