Voor het merendeel van het waterschapsgebied is een veiligheidsniveau afgesproken van 1: 100 jaar. Door de uitbreiding van H.D. Louwes verandert dat veiligheidsniveau niet. En daarom verandert ook niet de verwachting hoe vaak inzet van de waterberging nodig is. Dat blijft 1:25 jaar. De oppervlakte van de waterbergingsgebieden blijft ook hetzelfde als eerder aangewezen.
Wat wel verandert is de hoeveelheid water die in de waterberging moet kunnen wanneer deze ingezet wordt. Die wordt lager. Dat komt doordat bij hoogwater het water op de boezem minder stijgt. Immers, een groter deel van het teveel aan water kan dan weggepompt worden.
De hoogte die het water op de boezem kan bereiken bij hoogwater, noem je de Maatgevende Hoog Waterstand. Met dat getal berekent het waterschap hoeveel m3 water er in de berging moet kunnen.